Waarom steeds meer erkenning voor veteranen?

Vrijdagmiddag sprak burgemeester Heijkoop de Leidse veteranen toe in de Hooglandse Kerk. In Leiden wonen 254 veteranen: militairen die dienden onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesmissies. Waarom krijgen veteranen de laatste jaren meer erkenning en waardering van de samenleving?

door Hans Schuurman

In de Hooglandse Kerk zijn zo’n honderd gasten aanwezig. Ongeveer de helft bestaat uit veteranen, de andere helft uit familieleden en partners. De gemeente Leiden organiseerde de bijeenkomst, de stad kent geen actief veteranenbestuur. Oudgedienden ontmoeten elkaar hier jaarlijks om verhalen uit te wisselen. De bijeenkomst wordt traditiegetrouw afgesloten met een Indische rijsttafel, in jargon: de ‘blauwe hap’.

Aan een van de tafels zit kolonel Larry Hamers, regionaal commandant West/Midden. Naast hem Bram Harbraken (99), de oudste aanwezige en veteraan uit Nederlands-Indië. Aan het hoofd van de tafel: voormalig marinier Nico van Rijn. Op zijn borst prijken verschillende medailles, waaronder één die verraadt dat hij begin jaren negentig deelnam aan de vredesmissie in Cambodja.

Een cv op de borst

Militairen dragen hun loopbaan letterlijk op de borst. Een insider ziet in één oogopslag iemands militaire verleden: rangen, missies, specialisaties. Zo zie je bij Van Rijn dat hij 35 jaar diende, paratroeper was, bergspecialist én deelnemer aan de Vierdaagse.

Bram Harbraken werd in 1946 opgeroepen als dienstplichtige. Hij vertrok met de zogenoemde 7 Decemberdivisie naar Nederlands-Indië, waar hij drie jaar diende. De troepen hadden als opdracht ‘de rust te herstellen’ in onze toenmalige kolonie. Maar al snel raakten ze verwikkeld in een hevige guerrillaoorlog. Inmiddels erkent Nederland die ‘politionele acties’ als een koloniale oorlog, waarin we aan de verkeerde kant stonden. Harbraken bewaart evenwel warme herinneringen aan zijn diensttijd. Op de vraag wat hem het meest is bijgebleven, antwoordt hij zonder aarzeling: “Kameraadschap.”

Een veranderend beeld

“De maatschappelijke waardering voor militairen verandert,” zegt kolonel Hamers. “Zo’n 25 jaar geleden werd ons afgeraden om in uniform buiten de kazerne te verschijnen om scheldpartijen of erger te voorkomen. Tegenwoordig kijken mensen met meer respect naar geüniformeerde militairen.”

Een dieptepunt in de beeldvorming was de val van Srebrenica tijdens de Bosnië-oorlog. Een keerpunt volgde met de Nederlandse deelname aan de vredesmissie in Afghanistan. Tegenwoordig wint het besef terrein dat vrede alleen mogelijk is met een sterke krijgsmacht, hetgeen bijdraagt aan een groeiend respect voor militairen. Die erkenning klonk ook door in de toespraak van burgemeester Heijkoop. Ook de gemeenteraad drong er bij hem op aan meer aandacht te besteden aan de veteranen in Leiden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *